Purmerenderweg 181
(Archief Theo Molenaar)
Ooit begon mijn onderzoek bij mijn eigen huis, nummer 181. Na de droogmaking van de Beemster werd het hele stuk grond verkaveld en ‘mijn stukje’ maakte deel uit van Purmerender Kavel 86. De eerste (1612) eigenaar daarvan was een beroemd man: Willem Usselincx.
(Archief Theo Molenaar)
Hij was zó beroemd, dat hij zelfs op een postzegel van Curaçao verscheen. Usselincx was beroemd, maar ook omstreden. Hij was een rijke Antwerpenaar, gevlucht naar Holland, die een deel van zijn vermogen belegde in de drooglegging en inpoldering van het
Beemstermeer, maar hij was ook wat ongeduldig. In 1613 deed hij zijn kavel 86 weer van de hand. De Beemster gronden leverden niet meteen het gewenste succes op, in 1613 stond nog steeds veel land onder water, daarna werd het geteisterd door “continueerende kwade jaren van muizen, van wormen en kwaad gewas”.
Hij liet zich weinig in de Beemster zien, want hij was met andere plannen bezig. Wat hem voor ogen stond was de oprichting van een handelscompagnie als de VOC, maar dan in West-Indië. Dat was zijn levensdoel en daar dankt hij ook die postzegel aan, maar hij verwaarloosde daardoor zijn ‘gewone zaken’ en dreigde zelfs bankroet te gaan.
Jacob Poppen, de tweede eigenaar van kavel 86, komen we tegen in het rijtje van extreem rijke Nederlanders dat de Historiekrant een aantal jaren geleden publiceerde. Hij staat daarin op de negende plaats. Het stukje Purmerenderweg bleef heel lang in het bezit van zijn familie, maar we maken een sprong in de tijd.
In 1839 kreeg Purmerender Kavel 86 een nieuwe eigenaar: Jan Pelder, hij kwam van Texel en werd in de Beemster broodbakker. Zo’n beetje op de hoek van de Purmerenderweg en het Zuiderpad stond zijn woonhuis, daarnaast stond op het Zuiderpad een ruimte die als bakkerij en winkel dienst deed. Enkele generaties Pelder hebben hier gewerkt, brood gebakken en verkocht. Een notarisakte uit 1855 omschrijft hun bezittingen als “Een warmoezeerderij met twee woningen en pakhuis, ingericht tot een broodbakkerij en twee stukken moesland, alles staande en gelegen aan de Purmerenderweg.”
Land in de verkoop
Doordat de Pelders geleidelijk stukken van hun grond verkochten, raakte dit stukje Purmerenderweg bewoond. Tijdenlang was ‘De Tuinbouw’ het enige woonhuis, maar vanaf de jaren tachtig van de negentiende eeuw kwam daar verandering in.
Purmerenderweg 181
kadastraal D 1183
oude nummering 75, 88, 165.
1902
Na het overlijden van Jacob Pelder, broodbakker (5/1/1902), verkocht de familie een deel van de grond. Dirk Kerkhof Dirkszoon was een van de kopers. Voor fl. 486 kocht hij op 15/1/1902 een stukje grond aan de Purmerenderweg, zo’n negen meter breed en 27 meter diep. Hij zette het perceel meteen met een hek af, de notariële akte bepaalde dat hij het onderhoud daarvan voor zijn rekening moest nemen. Het perceel grensde aan het perceel dat eigendom was van Jannetje Goede, weduwe van Klaas Janszoon Haan. Dat maakte deel uit van het kadastrale perceel D 943, een perceel van iets meer dan 25 are groot.
Dirk Kerkhof was timmerman van beroep en deed op 24 mei 1902 (notaris Doncan) zijn pas verworven bezit weer van de hand: voor fl. 3.330,- verkocht hij het aan de Beemster onderwijzer Hendrik Hovinga. Het verschil tussen de aankoop- en de verkoopprijs is zo groot dat het wel zeker is dat Hovinga niet alleen de grond kocht, maar ook het huis dat Kerkhof daarop voor hem aan het bouwen was. De akte spreekt van “de opstallen, door de verkooper gesticht”. De koper verplichtte zich met de koop de afscheiding voor zijn rekening te nemen.
Hendrik Hovinga was in 1898 in de Beemster komen wonen, aan de Purmerenderweg, vlak bij Dirk Kerkhof. Hij was onderwijzer aan de openbare lagere school in de Beemster, waar Dirk Dekker het hoofd van was. Die school stond volgens de almanak van 1903 op de Volgerweg, hoek Nekkerweg. Collega van Hovinga was J.J. Smaal, E. Gedink was er onderwijzeres.
Hovinga kwam uit Friesland, waar hij in Tietjerksteradeel de dorpsjeugd de kunst van het lezen en schrijven had geleerd. Hij genoot in de Beemster een jaarsalaris van fl. 600. Het grootste deel van het geld dat hij voor de aankoop van zijn huis nodig had, leende hij van familie in Friesland. Hij heeft zo’n acht jaar in ‘mijn huis’ gewoond. Hij overleed op 22/4/1910, waarna zijn vrouw en minderjarige zoon teruggingen naar Friesland.
1911
De weduwe van Hovinga, Andriesje Gjalt Reitsma, verkocht op 21 maart 1911 het huis aan Jan Bakker, zonder beroep, uit Grosthuizen, voor fl. 3.400. (notaris Verhoeff, Avenhorn). Een akte van scheiding, 10/1/1911, Doncan, informeert ons over de voorgeschiedenis van het huis.
Jan Bakker, geboren 22/5/1838 te Blokker, weduwenaar, kwam naar de Beemster met zijn zoon Dirk (1863). Op 11/8/1917 vertrok hij naar Amsterdam, zijn zoon naar Alkmaar.
1917
In het voorjaar van 1917 werd het huis publiek geveild in “De Vergulde Roskam” in Purmerend. Voor een bedrag van fl. 5.060 werd Reindert Spaans (zonder beroep) de nieuwe eigenaar. Spaans woonde daarvoor in P 92 (nu P189), het huis van Van Etten. Ook Spaans heeft hier maar relatief kort gewoond. Hij overleed 31/10/1918.
Vertrokken: Jacob Spaans (1897) september 1920 naar Grootebroek.
1920
Op 27 april 1920 meldde de weduwe Spaans zich bij notaris Dreux in Edam om de verkoop te regelen. Klaas Beets (Janszoon) uit de Beemster, zonder beroep, werd de nieuwe eigenaar, voor fl. 7.000. Waarschijnlijk ging de weduwe Spaans weer in het huis van Van Etten wonen, zie aldaar.
Klaas Beets was getrouwd met Antje Eijssen, hij overleed 25/11/1925. Op 5 maart 1926 zat de weduwe Antje Eijssen, bij de notaris. Zij was in het gezelschap van Jacob Eijssen, die daar aanwezig was als lasthebber van de vader van de overledene, Jan Beets (geboren 1884).
Meer lezen over Jan Beets? janbeets
Bij de notaris waren nog wat familieleden aanwezig, want deze keer werd het huis niet verkocht, maar werd notarieel vastgelegd waar elk van de familieleden recht op had.
Antje Eijssen bleef in het huis wonen, ze liet er in 1928 zelfs een doucheruimte (onze ‘bijkeuken’) achter bouwen, wat blijkt uit de bouwaanvraag die ik het Waterlands Archief aantrof. Uit de tekening blijkt ook dat onze achtertuin eens voorzien was van net zo’n fraaie waterput als het exemplaar dat de buren op nummer 183 koesteren als hun eigen stukje werelderfgoed.
1936
1/4/1936 Jan Brommersma, zonder beroep, wonende aan de Purmerenderweg, lasthebber van Antje Eijssen, zonder beroep, wonende te Purmerend, verkoopt het huis aan Gerrit Spaans Cornelisz, veehouder, Volgerweg, fl. 3.250. Hij was getrouwd met Aaltje Maijer.
1942
3/1/1942, Elisabeth Brommersma, weduwe van Antonie Reinders Simonszoon, wonende Purmerenderweg 181(=het huidige P197), koopt het huis voor fl. 6.000 van Aaltje Maijer, weduwe Gerrit Spaans.
Huizenlijst 1949: K. Sloves
Eigenaar volgens een kadastrale kaart van 1953: L. van Vegten
1953
10/8/1953. H.W.Huisman, tuinder, Zuiderweg 19, koopt (Dirkzwager), voor fl. 6.000, Purmerenderweg 181. De verkoper is Kocken als lasthebber van Laurens van Vegten, pensionhouder te Schoorl.
1975
27/3/1975, J. Dehé, fl. 82.500
Purmerenderweg 183, 185, 187
Op 24/10/1902 kocht timmerman Dirk Kerkhof via notaris Doncan opnieuw een stuk grond van de familie Pelder (Doncan, inv. 249, akte 273). Jan en Ferdinand Pelder verkochten hem voor fl. 1.512 een flinke lap grond, die op 13/8/1902 hun eigendom was geworden, volgens de akte van scheiding van die datum (Doncan)
Het hele stuk grond was zo’n 28 meter breed en 27 meter diep en grensde aan het perceel dat op naam van Hendrik Hovinga stond. Het maakte deel uit van sectie D 1184, iets meer dan 20 are groot. Daarna verkocht Kerkhof het in gedeeltes.
Purmerenderweg 183
Kadastraal D1206
Oude nummering 76, 89, 167
1903
Op 23/2/1903 verkocht Kerkhof voor fl. 378 aan Neeltje Laan, zonder beroep, een stuk bouwgrond ter breedte van ongeveer zeven meter, 27 meter diep. Blijkens de akte (Doncan 251, akte 42), deel uitmakende van kadastrale perceel D 1184. Dat hele perceel was 20 are en 15 ca. groot.
Neeltje Laan, geboren 23/3/1840, was de echtgenote van Cornelis Smak. Ze was op 2/11/1899 weduwe geworden en hertrouwd met Cornelis, die op zijn beurt op 21/3/1901 weduwenaar was geworden. Voor ze naar de Purmerenderweg kwam, woonde ze op het Zuiderpad. Als koopster was zij verplicht het perceel met hekken af te scheiden en het onderhoud daarvan te verzorgen.
Waarschijnlijk heeft ze hier maar kort gewoond, want op 9/5/1905 kochten zij en Cornelis Smak opnieuw een stuk grond aan de Purmerenderweg en opnieuw was Dirk Kerkhof de verkoper. Het ging om een stuk van perceel D 120, 8 meter breed en dertig meter diep. (Doncan akte 170, 9/5/1905, inv. 261) De koopprijs bedroeg fl. 700.
1906
Op 4/5/1906 verkocht Kerkhof het huis opnieuw, nu aan Dirk Peen uit Schellingwoude, huis erf en schuur, fl. 3.350.
Gezinskaarten: Dirk Peen, geboren Ransdorp 24/4/1839, gehuwd met Immetje Leguit, 21/8/1840, Beemster. Gevestigd in de Beemster 10/5/1904; Ze vertrokken 30/5/1917 naar Amsterdam, waar ze ingeschreven werden in de Savornin Lohmanstichting in de Lohmanstraat, een soort verzorgingshuis op christelijke grondslag? (CHU)
1918
Vanaf 30/3/1918 Klaas Beets (1857), met vrouw Antje Eijssen (1859) en dochter (1895)
In 1920 kocht hij P. 88 (=P181, zie hiervoor)
Vertrokken: Trijntje Beets (1895) naar Oudendijk, augustus 1920.
1920
Gurrina Groot, geboren 19/7/1863 te Steenwijk, vestigde zich in juni 1920 (21/6) in de Beemster, met haar zuster Catharina Aleida, geb. 15/4/1878. Beroep: pensionhoudster. De dames vertrokken 30/5/1922 naar Purmerend (‘Volkswoningen’)
We treffen dus ook flink wat namen van pensiongasten aan die korte of langere tijd op dit adres verbleven:
-Barend Bauer (21/6/1920-22/10/1920)
-Johannes Nachtweh (14/10/1920- 25/4/1922), onderwijzer, kwam uit Haarlem, ging naar Purmerend.
-Catharina Oostwald (12/11/1920-25/2/1921), onderwijzeres
-Tjerk Sjoerds (18/11/1920-juni 1922, met de dames naar de ‘Volkswoningen’)
-Dirkje Kat (25/2/1921-13/5/1922)
-Theodorus Johannes Koning (vertrokken mei 1922)
1922
David Willig, geboren 29/11/1864, gehuwd met Petronella Kos.
Ingeschreven 13/5/1922, vertrokken 15/2/1927 naar Hilversum.
Ook P91 wordt genoemd (als eerste adres), = P 187.
1927
Klaas Worp, geb. 21/3/1874, veehouder, gehuwd met Geertje Plas, geb. 30/1/1876, vijf kinderen; vestigden zich mei 1913 in de gemeente, woonden eerst Wormerweg en Zuiderweg en uiteindelijk Purmerenderweg 167 (=183). De laatste notities op de gezinskaart zijn van augustus 1934; toen woonde Worp dus nog op dit adres.
In de periode 1934-1949 zitten nog wat gaten!
Eigenaar volgens een kadastrale kaart van 1953: F. Spaan
Lijst 1949: P. Schermer; nadat het echtpaar Schermer overleden was, bleef Piet Schermer het huis bewonen. Hij verkocht het huis aan Wiedijk (ca. 1962), maar bleef in een deel van het huis wonen, ‘tot het echt niet langer ging’. Vertrok daarna naar zijn stuk weiland/grond, waar hij in een schuur sliep.
Lijst 1954: P. Schermer; 1962 nog steeds.
1962
J. Wiedijk, nadat hij zijn autobedrijf aan Dijt verkocht had.
1974
In december 1974 verkocht Wiedijk zijn huis aan Abraham.