In november 2019 is een boek verschenen dat Paul Kühr en ik geschreven hebben over Wilhelm, de zoon van de Duitse keizer die in november 1918 naar Nederland vluchtte om te ontsnappen aan de revolutionaire woelingen in zijn vaderland.
Hij werd geïnterneerd op het eiland Wieringen, waar hij vijf jaar verbleef. Het boek laat zien wat de oorzaken en gevolgen waren van dat verblijf. Hoe reageerde kroonprins Wilhelm zelf op zijn ballingschap? Wat vond de eilandbevolking ervan en wat waren de reacties in het buitenland? Daar zagen velen hem als een oorlogsmisdadiger die zijn straf niet mocht ontlopen.
In 1923 ontvluchtte de kroonprins het eiland, een vlucht die gedoogd werd door de Nederlandse regering, maar de reacties in andere landen waren heftig. Was hij eropuit de monarchie in Duitsland te herstellen?
Aan de hand van een grote verscheidenheid aan bronnenmateriaal belichten we het leven van een man die gekarakteriseerd is als een meedogenloze moordenaar, maar ook als een groot charmeur en een sociaal bewogen mens. De Duitse kroonprins was een vat vol tegenstrijdigheden en dus boeiend.
Voor meer informatie: johndehe@gmail.com of pvwk01@gmail.com
Met een Duitse bewerking van dit boek bestormen we momenteel de Buitenlandse markten:
Meer informatie:
https://blog.kohlhammer.de/geschichte/von-holzschuhen-und-holzwegen/
80 ZAANSE STUKKEN– Driehonderd jaar post in de Zaanstreek
Samen met Jan Kluft schreef ik dit boek , ter gelegenheid van het 80-jarig bestaan van de Zaanse Posthoorn. Het verscheen in december 2018. Ik citeer de tekst van het omslag:
Al vele jaren verschijnen in de Hoornblazer, het verenigingsblad, grote en kleine stukjes waarin de Zaanse postgeschiedenis centraal staat. De stukken gaan over het postverkeer in vroeger tijden, over oude brieven, stempels, postkantoren, brievenbussen, postbestellers en alles wat daarmee maar enigszins in verband staat, onder het motto ‘de leukste paden zijn de zijpaden’. Voor dit boek is een selectie van 80 stukken gemaakt uit al dat materiaal.
Die selectie is bewerkt, deels herschreven, aangevuld en enigszins geordend volgens een grotendeels historische lijn.
Die lijn loopt van de zeventiende eeuw (‘de postale prehistorie’) naar de Franse tijd. Halverwege de 19e eeuw zien we de introductie van nieuwe wijzen van vervoer: de stoomtrein luidt de moderne tijd is. Dan verschijnen ook de eerste postzegels: het papier werd in de Zaanstreek gemaakt. In de twintigste eeuw passeren belangrijke thema’s de revue. Aan de orde komen de Eerste Wereldoorlog, de Watersnoodramp van 1916, de Tweede Wereldoorlog, de opkomst van de luchtvaart, de bloei (en neergang) van enkele belangrijke Zaanse bedrijven.
Ook de meest recente postgeschiedenis wordt in enkele stukken belicht.
Het boek telt 273 bladzijden, inclusief de Verantwoording van de geraadpleegde bronnen en een literatuurlijst. De uitgave is full-colour met tientallen illustraties. De prijs bedraagt slechts 20 euro, exclusief verzendkosten. Informatie: johndehe@gmail.com
EEN ZAAK VAN LANDSBELANG
Samen met Fons Simons schreef ik: “Een zaak van landsbelang”- Nederlandse postcensuur in de Eerste Wereldoorlog.
Het boek verscheen in 2014 en werd als Posthistorische Studie uitgegeven door Po&Po. Op de website van deze vereniging (http://www.po-en-po.nl) staat de volgende tekst:
Posthistorische Studie 31 (…) is een serieuze studie naar een klein, maar fascinerend onderdeel van de Nederlandse postgeschiedenis. Auteurs John Dehé en Fons Simons hebben uitgebreid archiefonderzoek gedaan naar de regelgeving rond de postcensuur en naar de toepassing van die censuur in de praktijk. Op basis daarvan vertellen ze hun verhaal, uiteraard ruim geïllustreerd met afbeeldingen van documenten en poststukken. Het boek bevat daarnaast een inventarisatie van alle bekende censuurstempels en –stroken (Hoofdstuk 9).
Aan het neutrale Nederland gingen de oorlogshandelingen van de Eerste Wereldoorlog voorbij. Maar in hun dagelijks leven merkten veel Nederlanders wel degelijk de gevolgen van de strijd. Belgische vluchtelingen die de grens overkwamen, buitenlandse militairen die geïnterneerd moesten worden en een teruglopende economie als gevolg van handelsbeperkingen. Voor sommigen kwam daar nog wat bij: censuur op hun post (maar ook op telegraaf- en telefoonverkeer).
In gebieden waar de staat van beleg ingesteld was (voornamelijk langs de grenzen) werden militairen aangesteld om op de postkantoren toezicht te houden op het postverkeer. Post van en naar het buitenland kon door hen geopend, gelezen en in beslag genomen worden. Maar ook binnenlandse post, speciaal die van personen en bedrijven op de zogeheten ‘zwarte lijsten’, werd gecontroleerd.
Met het instellen van censuur hoopte de overheid een aantal doelen te bereiken. Men wilde militaire informatie achterhalen, bijvoorbeeld over buitenlandse troepenbewegingen. Omgekeerd moest voorkomen worden dat Nederlandse militaire geheimen naar het buitenland uitlekten. De Nederlandse neutraliteit diende beschermd te worden door het tegenhouden van geschriften die één van de strijdende partijen onwelgevallig zouden zijn. En – niet in de laatste plaats – er werd gejaagd op zwarthandelaren en smokkelaars.
De censuur had in de eerste maanden een wat willekeurig en amateuristisch karakter. Later werd de uitvoering meer gestandaardiseerd. Of alle inspanningen veel effect gehad hebben, is niet helemaal duidelijk. Maar voor filatelisten is het fascinerend wat die censuur heeft achtergelaten aan stempels en stroken op poststukken.
Bestelling via de site van Po & PO: www.po-en-po.nl/
BEEMSTER 1612- PURMERENDERWEG 2012
Samen met Joris Ruijter, Marcel Scucces en Etan Sela schreef ik dit ‘verhaal over een bijzondere weg, verteld door de bewoners’. Leerlingen van 6 VWO van het Purmerendse Da Vinci College interviewden vele bewoners, daarna hebben wij er – met veel hulp van Kees van Gelder – een prachtig boekwerk van gemaakt. Het was snel uitverkocht en is alleen nog antiquarisch te koop. Tip: antiquariaat Serendipity in Middenbeemster (www.serendipity-books.nl) .
400 JAAR BEEMSTER
In 2012 vierde de gemeente Beemster het 400-jarig bestaan van droogmakerij en Werelderfgoed de Beemster. Ter gelegenheid van dit bijzondere jubileum verscheen een eigentijds, rijk geïllustreerd herdenkingsboek. Aan enkele hoofdstukken mocht ik meeschrijven.
Uit de brochure: ‘Van de eeuwenoude Beemster kermis tot de moderne polderfeesten, van verdwenen buitenplaatsen tot kaasfabrieken, van de polder in de Tweede Wereldoorlog tot de actuele gemeentepolitiek; u leest er alles over in deze bijzondere jubileumuitgave.’
Opdrachtgever: Gemeente Beemster
Uitgave : Stichting Uitgeverij Noord-Holland, Wormer
400 pagina’s met 350 afbeeldingen, bedrukt in 4 kleuren.
Gebonden uitgave 28 x 28 cm. ISBN 9789078381563
Verkoopprijs € 39,50
bestellen@uitgeverij-noord-holland.nl
www.uitgeverij-noord-holland.nl
Geknipt uit de website van het Waterlands Archief:
PURMEREND IN VIJFTIG PORTRETTEN
Zes eeuwen geschiedenis van Purmerend. Verteld in de levensverhalen van vijftig mensen, die de stad hebben vormgegeven, beïnvloed of op de kaart hebben gezet. Prachtig te boek gesteld in een uitgave van de Stichting Fonds Purmerends Museum. Uiteraard ter gelegenheid van het zesde eeuwfeest van Purmerend als stad.
Van de stichter van de stad Willem Eggert tot de zangeres Anna Kappel, van burgemeester Jacob Mathijsz Rol tot verzetsman Klaas de Boer, van de natuurkundige en filosoof Bernard Nieuwentijt tot architect Jan Stuyt, van landmeter Jan Switser tot schoolmeester G. van Sandwijck en van de ondernemer Klaas Brantjes tot veekoopman Joop Bakker. Een heerlijk boek, voor wie de geschiedenis graag leest aan de hand van levensverhalen. Maar tegelijk ook een gedegen naslagwerk.
De meeste portretten zijn geschreven door John Dehé (tevens eindredacteur), Jack Otsen en Sjon Besseling. Verder hebben ook Ber de Lange, Ruud Luiks, Ariën Slagt en Jaap Haag bijdragen geleverd. Voor lay out, sponsorwerving en productie is veel dank verschuldigd aan Ansje van Niel en Paul Buurmans, terwijl Eef de Hilster de auteurs bijstond bij de beeldredactie.
Het is een waardig geschenk aan de zes eeuwen oude stad, waarvan de eerste twee exemplaren op vrijdag 26 maart 2010 door burgemeester Don Bijl aan Joop Bakker en Corwim de Jongh (de laatste twee beschreven Purmerenders) werden overhandigd.
ONDERWEG IN EEN LAND VAN WIND EN WATER
Een samenwerkingsverband van het Waterlands Archief en Uitgeverij Waanders resulteerde in een reeks van 16 rijk geïllustreerde boekjes over de geschiedenis van Waterland: Waterland – waar blijft de tijd.
Ik mocht deel 2 schrijven, waarin het vervoer centraal staat. Het boekje verscheen in 2009; de hele reeks is nog te koop in het Waterlands Archief.
“EEN SLAAFSCH EN ONGEZOND BEDRIJF”
Op 23 juni 2005 ben ik gepromoveerd op mijn onderzoek naar de geschiedenis van het oudste openbaar vervoer in Waterland. De handelseditie van het proefschrift wordt uitgegeven door Verloren in Hilversum en telt zo’n 500 bladzijden.
Aan de Waterlandse trekschuit heb ik een aparte pagina gewijd op deze website. Daar staat ook een bewerking van het eerste hoofdstuk, die een aardig beeld van mijn onderzoek geeft. Misschien is het een aanzet om daarna de hele studie nog eens tot u te nemen.
Uitgegeven in de Amsterdamse Historische Reeks, Grote Serie 33. ISBN 90-6550-853-8
VEERTIG POSTSTUKKEN
In 2002 bestond de Purmerendse Postzegel Ruilclub 60 jaar en ter gelegenheid daarvan verscheen Veertig Poststukken- Over de geschiedenis van de post in Waterland en Zaanstreek. In veertig artikelen belicht ik een aantal opvallende momenten en gebeurtenissen uit de postale geschiedenis van het land ten noorden van het IJ. Jeffrey Groeneveld schreef een van de ‘poststukken’: hij vertelt over de mogelijkheden die Waterland aan thematische verzamelaars biedt.
Er zijn stukken gewijd aan de postale geschiedenis van Edam, Monnickendam en Purmerend, aan de Schagense Post in Hoorn. In samenwerking met de Zaanse Studiegroep komt ook het postale verleden van de Zaanstreek aan bod. Daarnaast is er voor elk wat wils: stadspost, rijdende postkantoren, luchtpost, hondenkarren en Beemster augurken, het is er allemaal.
Het boek bevat een aantal archiefsuggesties voor mensen die over hun eigen streek een posthistorisch onderzoek willen opzetten.
Veertig Poststukken telt 136 bladzijden, tientallen illustraties, deels in kleur en is bij mij te bestellen voor € 6, inclusief verzendkosten.
OPEN DAG BEEMSTER- Zomaar samen iets feestelijks organiseren
In 1973 werd voor de eerste keer een Open Dag in de Beemster georganiseerd. ‘Het is een dag waarop vele Beemsterlingen aan anderen willen laten zien hoe rijk de cultuur van de Beemster is, hoe zij wonen en werken, met welke hobby’s en verzamelingen zij hun leven verrijken’. De Stichting Open Dag Beemster vroeg mij een boekje te schrijven om de 25e Open Dag in 2001 extra kleur te geven. Riet Ilbrink verzorgde de foto’s.
KAASMAKERS!
In 2001 bestond Cono Kaamakers 100 jaar. De heer Lambers, oud-directeur van Concordia, De Tijd en De Combinatie (en lid van de Purmerender Postzegel Ruilclub) had zich aan het schrijven van het jubileumboek gezet, maar liep vast toen alle fusieperikelen uit het verleden weer tot leven kwamen. Samen hebben we het project voortgezet. De heer D.W. Hulst schreef een hoofdstuk over zuivelfabriek De Vechtstreek.
Door de Gekke Koeien crisis verscheen het boek een jaar later dan gepland, maar het resultaat mocht er zijn: een prachtig lees- en kijkboek met zelfs nog wat filatelistische tintjes. Misschien nog te koop in de winkel aan de Rijperweg, misschien bij antiquariaat Serendipity: www.serendipity-books.nl/
TREKSCHUITEN ROND EDAM
In 1997 ben ik een onderzoek begonnen naar het functioneren van het oudste openbaar vervoer in Waterland. Aanleiding waren de trekschuiten die ik bij mijn onderzoek naar het postvervoer ‘ontdekt’ had. Het werd uiteindelijk een promotieonderzoek onder leiding van prof. dr. L. Noordegraaf; het geheel is inmiddels voltooid, in april 2005 heeft de promotie plaats gevonden.
Trekschuiten rond Edam is een deelstudie, in 2000 op verzoek van de Historische Vereniging Oud Edam op papier gezet. Het boek beschrijft het samenwerkingsverband dat de steden Amsterdam, Edam, Monnickendam, Purmerend en Hoorn in 1660 aangingen om het reizigersvervoer tussen hun steden te verbeteren. De trekschuit werd daarmee meer dan tweehonderd jaar lang het belangrijkste vervoermiddel in Waterland. Door de komst van stoomboten, trein en de tram in de negentiende eeuw werd de trekschuit achterhaald.
Trekschuiten rond Edam verscheen in een oplaag van 1000 exemplaren, maar was binnen korte tijd uitverkocht. Er is nog wel een versie in pdf-formaat op cd-rom beschikbaar, voor € 5, exclusief verzendkosten.
In 1997 verscheen Loont den bode, resultaat van mijn onderzoek naar de geschiedenis van de post in Purmerend, de Beemster en De Rijp. Het boek telt zo’n 350 pagina’s, tientallen afbeeldingen en een uitgebreid overzicht van geraadpleegde literatuur en archiefstukken.
Het verhaal begint halverwege de zeventiende eeuw en eindigt in de jaren negentig van de twintigste eeuw. Het postvervoer komt aan bod, de verschillende kantoren, de gebruikte stempels en aantekenstroken, de mensen die het dagelijks werk deden. Purmerend krijgt de meeste aandacht, aan Middenbeemster en De Rijp zijn aparte hoofdstukken gewijd. Het boek kon mede door de steun van de Purmerender Postzegel Ruilclub verschijnen.
Voor het boek kreeg ik in 1999 de Van der Willigen-medaille, beschikbaar gesteld door het Kapittel der Costerus Ridders en de (Koninklijke) Nederlandse Bond van Filatelisten Verenigingen.
Loont den bode is meer dan een stukje streekgeschiedenis. Een belangrijke rol bij het oudste postvervoer speelden de schippers van de trekschuiten. In de traditionele filatelistische literatuur blijft die rol onderbelicht, of wordt als marginaal afgedaan. Ten onrechte. In december 2003 wees Arnold Holleman in ‘De Postzak’, het blad van Po & Po, op het feit dat in de Nederlandse geschiedschrijving over de posterijen de nadruk vrijwel steeds op het ‘officiële’ brievenpostwezen heeft gelegen, op de postdiensten die de voorlopers waren van het Staatsbedrijf der P.T.T. Dat levert een vertekend beeld op en hij noemt Loont den bode als voorbeeld van een boek dat dit vertekende beeld corrigeert.
In latere studies heb ik de wereld van de trekschuitschippers verder verkend. Mijn proefschrift, dat in juni 2005 is verschenen, is geheel aan hen gewijd. Helaas is Loont den bode uitverkocht, maar bij antiquariaten is het nog wel te vinden.