De Duitse roots

 Familiegeschiedenis

Maar de stamboomvorsers vonden wel wat anders, niet in ’s-Hertogenbosch, niet bij de Hugenoten in Frankrijk, maar in Duitsland. De eerste Dehé die we wel kunnen linken met het heden kwam uit Niederlahnstein en heette Balthasar de Hey. Met deze naam moet een onderzoeker toch nog verder terug in de tijd kunnen gaan.

Niederlahnstein ligt in Nassau, een voormalig Duits graafschap, later hertogdom, in het stroomgebied van de Lahn en de Sieg. In 1866 werd het bij Pruisen ingelijfd; sinds 1868 vormde het met enige aangrenzende gebieden het Regierungsbezirk Wiesbaden van de provincie Hessen-Nassau.
Een hooggeplaatste burcht biedt een prachtig uitzicht over de Lahn. Wijnbouw en akkerbouw zorgden van oudsher voor inkomsten, net als de scheepvaart op de Lahn. Aan de overzijde van de rivier ligt Oberlahnstein, sinds 1969 vormen die twee plaatsen één gemeente, Lahnstein.

Er wonen en werken nog steeds verschillende Dehés in (Nieder) Lahnstein. Een Markus verdedigt het doel van de plaatselijke voetbalclub, Klaus verzorgt ‘Spezialtransporte’.

Een stolperstein gedenkt Agnes Dehé:

Het archief van Lahnstein was zeer behulpzaam met het geven van informatie. Het blijkt dat de familienaam Dehé in Niederlahnstein zeer veel voorkomt. In het „Familienbuch Niederlahnstein“ zijn alle kerkboeken uit de jaren 1571- 1900 uitgewerkt. Daar komen we dus ook onze voorouders tegen en kunnen we teruggaan in de tijd tot ca. 1660.
Zie ook: https://www.geni.com/people/Johann-Nikolaus-Dehe/6000000033211658116

Balthasar de Hey, geboren ergens tussen 1635 en 1695, kwam uit Niederlahnstein. In ieder geval overleed hij er op 21 mei 1731. Hij is twee keer getrouwd geweest. Maria Magdalena Nachtsheim (geboren 21/10/1664) was zijn tweede echtgenote. Zij overleed op 21 september 1729.

Franz De Haye was een van de drie kinderen, geboren 28 september 1703.
Hij is maar liefst drie keer getrouwd geweest, o.a. met Joanetta Struth.
Uit de huwelijken kwamen verschillende kinderen voort, o.a. Johann Nikolaus de Haye (ook: Dehé), geboren in Niederlahnstein, op 15 oktober 1761.

Op 19 november 1793 trouwde deze in de kerk van Niederlahnstein met Anna Maria Seul, geboren in deze plaats en uit dat huwelijk werden zes kinderen geboren:

-Margaretha, geb. 1-12-1794
-Anna, geb. 12-05-1797
-Maria Magdalena, geb. 22-12-1799
-Johann, geb. 11-05-1802, overleden 2-5-1876 (te Nieder L.)
-Franz, geb. 18-10-1805, machinist, getrouwd met Johanna Eekhout (17-2-1841), overleden Rotterdam 21-2-1887.
– Wilhelm, geb. Niederlahnstein 2-11-1808, ‘machinist in de stoomvaart’, overleden 26-3-1877 in ’s-Gravenhage.

Franz en Wilhelm trokken rond 1840 weg uit Niederlahnstein, ze zakten de Rijn af en kwamen in Rotterdam terecht, de een als “stoomstoker”, de ander, Wilhelm, als machinist. Deze Wilhelm volgen wij verder.

Op 27 april 1842 trouwde hij met Elisabeth Koolen (geboren 24-2-1819), dochter van een Rotterdamse winkelier. Ze kregen in Rotterdam negen kinderen, de vader was bij de geboorte meestal afwezig. De meeste kinderen worden aangegeven door de verloskundige. Vijf kinderen overleden op jonge leeftijd.

Uit de index van de burgerlijke stand van Rotterdam blijkt dat het gezin een aantal keren in Rotterdam is verhuisd. Het heeft gewoond in de Vierwindenstraat, de Goudsche Singel en in de Leeuwenstraat (wijk 5 no 612). De vaak afwezige vader was zeeman op de grote vaart.

In een Rotterdams adresboek komen we W. de He, als machinist tegen (1856). Tijdens zijn verblijf aan de wal probeerde Wilhelm kennelijk wat anders te doen: bij de aangifte van zijn zoon Wilhelm in 1858 geeft hij als beroep op ‘kastelein’. Maar hij was vooral een zeeman die de hele wereld bereisde.

De familie bezit nog steeds de Spaanse medaille die aan Wilhelm in april 1862 werd uitgereikt voor zijn betrokkenheid bij de aanval van opstandelingen op een Spaans fort aan de oever van de Rio Grande op de Filippijnen (17 november 1861).

onderscheiding

 image001

De letterlijke vertaling van de tekst van de bijbehorende oorkonde luidt:

 “Overwegende dat de machinist Williams Dehé bijzondere blijken van moed heeft getoond bij de aanval op en de vernietiging van het Cota de Pagalugan, gelegen aan de Rio Grande van Mindanao, Filippijnen, op 17 november 1861….

…heeft hij zich derhalve waardig getoond tot het gebruik van het erekruis, dat de officieren en anderen die zich onderscheiden bij militaire acties ter land of ter zee. Koningin Isabel II geeft bij deze bovengenoemde Williams Dehé een getuigenis van haar Koninklijke waardering; dit document is in haar opdracht verstrekt opdat hij de bovengenoemde onderscheiding vrijelijk kan gebruiken en voorkomt dat enige militaire of burgerlijke autoriteit beletsel opwerpt bij het gebruik ervan. Afgegeven te Madrid op 3 april 1862.”

In 1863 krijgt hij een getuigschrift, omdat zijn contract afgelopen is. Gedateerd 11 juni 1863. Het paspoort dat hij krijgt is van 30 mei 1863 en afgegeven te Manilla. Na 1862 woont het gezin op de Goudsche Singel, wijk 3, nr. 803 in Rotterdam

Dagblad van Zuidholland en ’s-Gravenhage, 7-5-1867

Op 15 november 1867 vertrok Wilhelm met zijn vrouw en vier kinderen (Johanna Maria Jacoba, Catharina, Wilhelm en Elisabeth Catharina Maria) naar Den Haag. Hier werd hij eigenaar van het ‘Poolsch Koffijhuis’ op het Zieken:

Het Zieken is een kade waar beurtschepen en kleine vrachtschepen aanlegde, tegenover de Pletterijkade, nabij het Huijgenspark.

Wie waren die vier kinderen?

De oudste dochter van Willem en Elisabeth was Johanna Maria Jacoba, geboren in Rotterdam 24 juli 1843. Ze sloot in 1871 een huwelijk op stand: ze trouwde met jhr. Willem Arnold Alting Lamoraal van Geusau.

Alg. Handelsblad 26-8-1871

Deze jonkheer (geboren Voorburg, 1845) was de zoon van de burgemeester van Voorburg.  Johanna overleed in Valkenburg, 7-9-1901; haar echtgenoot in Beverwijk, 30-3-1889. Het is nog niet bekend of er kinderen waren.

Nieuws van den Dag, 26-2-1884

Catharina Dehé is geboren in Rotterdam, 5 juni 1845. Ook zij sloot een huwelijk op stand: op 8-12-1880 met Aemilius Wilhelmus van Roggen, geboren in Wijchen, 17-7-1839, majoor der infanterie, († 11-2-1911, Doesburg). Catharina overleed op 26-7-1889, te Maastricht. De Van Roggens worden genoemd in Nederlands Patriciaat, jaargang 37. Ook hier is nog niet bekend of uit dit huwelijk kinderen voortkwamen, maar in het overlijdensbericht worden ze niet genoemd. (Betsy?)

Nieuws vd Dag, 30-7-1889

Elisabeth Catharina Maria, geboren Rotterdam 22-9-1860.

De Tijd 25/9/1889

Hierboven:  Villa Willemstein van wijnhandelaar P.C.J.L. Raijmakers op Stratumsedijk A63, later Stratumsedijk 42. Stratum ligt vlak bij Eindhoven
Dr. G.M.J. Raijmakers maakte in 1917 deze tekening van zijn geboortehuis.
L.H.J. Raijmakers was vermoedelijk geen wijnhandelaar.

L.H.J. Raijmakers (Leonardus Hubertus Johannes) overleed ?
Elisabeth overleed 19/12/1953 in ’s-Gravenhage, 93 jaar oud
Ze hebben vier kinderen gekregen:
geb. ca. 1888: Josephus Cornelius Wilhelmus Leonardus, † 8/3/1946, 53 jaar oud, in ‘s-Gravenhage
geb. ca. 1895: Henriette Elizabeth Leonarda Emmanuel, †  8/10/1953, 58 jaar oud, in ’s-Gravenhage

Drie dochters en één zoon:

Wilhelm Dehé, geboren in Rotterdam op 19 juli 1858 (waarschijnlijk werd hij geboren in een schoenwinkel in de Rotterdamse Leeuwenstraat 5-612) ; hij trouwde in juni 1883 met Klaassien Visser. Zij kwam uit Groningen, waar zij op 4 oktober 1860 geboren was. Ze kregen drie kinderen: Willem, Anna en Emiel. Voor het artistieke vervolg van dit verhaal moeten we naar Groningen.

 Het verhaal gaat verder in Groningen en Groet