Anna, Herman en Hetty

De droom van Anna

Veel brieven uit de bewaard gebleven correspondentie zijn geschreven aan of door Anna Lamberdina, Willems zuster, geboren 27-6-1885.

Ze had één grote droom: Willem volgen naar Amerika.
In Nederland verdiende zij haar geld met het geven van pianolessen; ze had voldoende leerlingen, maar de dagen waren lang en zwaar. April 1921: “Weet je hoeveel lessen ik gaf van 4 januari tot 25 maart? ”

Bovendien had zij nogal wat problemen met haar gezondheid, problemen die veel minder zouden zijn in het zoveel mildere klimaat van Californië. Op 1 april 1921 schrijft ze dat ze door het vele lesgeven oververmoeid is geraakt. “Voor reumatiek is Groningen natuurlijk een miserabel klimaat”.

Het lijkt wel of het altijd koud was in Groningen. Anna schrijft (oktober 1920): “Het is hier, jammer genoeg, al aardig winter, en dat nog geen November. Met de kolenschaarste is dat niet heel prettig. Je kunt nu wel 5 flanellekes aanhebben, hoor.”
Anna: “Ik tennis tegenwoordig, of liever tracht het te doen. Veel tijd heb ik er niet voor, zoodat het wel bij pogen zal blijven. Mijn keel is zoo, zoo. Dan wat beter, dan weer minder, een lang vervelend gedoe. ’t Eenige is hier vandaan, naar een beter klimaat, maar dat is nooit mogelijk, tenzij ik een honderdduizend uit de loterij trek.”
December 1921: “Het vriest geweldig, ik loop de hele dag te kleumen, maar met de gezondheid gaat het wat beter. De laatste restjes Spaanse griep zijn eruit.”

Als in juli 1921 de reis van de Moesja’s steeds vastere vormen aanneemt, doet Willem haar de toezegging dat hij alles in het werk zal stellen om ook voor zijn zuster een reis naar het paradijs van Frisco mogelijk te maken. Daar kan ze proberen aan het werk te komen door lessen te geven, misschien kan ze zich een plaats verwerven in het muziekleven. In ieder geval kan ze hen bijstaan in hun huishouden, zodat Musya mee kan als haar man ergens een concert moet geven.

In september 1922 vertrok Anna naar Amerika. Ze heeft er les gegeven en trad af en toe samen met haar broer op.
Anna woonde in 1924 en 1925 Oakland; Alameda, Berkely California


In 1930  trouwde Anna met een Nederlander, Herman de Vries, geboren 4-6-1884 in Soerabaja op Java, civiel ingenieur.

Anna is haar hele leven pianolessen blijven geven.
Zij woonde met Herman in 1923 en 1925 in Oakland; Alameda; Berkely
In 1928 Oakland; Alameda; Berkely; ook + Emeryville; Piedmont, California
Adres in 1930 (voor haar trouwen): 2437 Bancroft way
De foto hieronder werd genomen op het trouwfeest (1930). Vlnr: Musya, Anna, Moesja.
Het kleine meisje is Margareth, het jongere zusje van Moesja

Wat weten we van Herman en zijn familie?


Herman Barend Frits de Vries is geboren op 4/6/1884 in Soerabaja. Hij was de zoon van Hendrik Roelof de Vries en Hendrika Sara Schoemaker.

Hendrik Roelof de Vries is geboren in Palimanang, ca. 1856. Hij overleed in Nijmegen op 15-4-1906.
Hij trouwde met Hendrika Sara Schoemaker, vermoedelijk rond 1880.
Ze kregen drie kinderen:
-12/11/1880 Emilie Caroline de Vries (Semarang)
                Zij trouwde op 3/6/1914 met Joseph Johan Palm (Semarang)
-4/6/1884 Herman Barend Frits (Soerabaja)
-27/4/1891 Frans Willem Edouard (Kota Radja)
                Luitenant der Huzaren, x 14/10/1915 in Den Haag

Hendrik Roelof de Vries bracht het tot officier (kapitein der Genie) in het Nederlandsch Indische Leger, maar koos in maart 1896 voor een burgerlijke loopbaan. Hij werd in dat jaar aangesteld als mede-directeur van de in 1859 opgerichte Nederlandsch-Indische Levensverzekering- en Lijfrente Maatschappij. Ed. Douwes Dekker wordt genoemd als oud-directeur en gemachtigde in Nederland.
Bij het eervolle ontslag van Hendrik Roelof hoorde ook de toekenning ‘van den titulairen rang van Majoor’.
Er is een dossier van hem bekend (maar momenteel niet te raadplegen, Nationaal Archief) Ook van Herman Barend Frits (HBF) bestaat zo’n dossier.

In december 1893 reisde de familie naar Nederland. [Bataviaasch nieuwsblad 18-12-1893]
Was het familiebezoek, verlof of heeft vader De Vries in Den Haag zijn aanstaande ontslag uit het leger besproken?
De genoemde mevr. Wed. Schoemaker overleed in november 1896.

Veel officieren in het Ned.-Indische leger maakten een carrière switch naar ‘het bedrijfsleven’. Betrouwbare mannen die van aanpakken wisten waren kennelijk gezocht. Hendrik Roelof werd gevraagd in de directie van de Nederlandsch-Indische Levensverzekering en Lijfrente Maatschappij. Het bedrijf werd opgericht in 1859, door Carel Wiggers van Kerchem, de latere president-directeur van de Javasche Bank. Vanaf 1932 werd de naam N.V. Levensverzekering Maatschappij Nillmij van 1859.

26-6-1896

In de jaren daarna kreeg Hendrik Roelof er nog vele functies bij, in het verzekerings- en bankwezen, vaak met adviserende taken.

In 1904 meldde de krant dat hij ernstig ziek was en terug naar Holland ging.
Op 15/4/1906 overleed hij in Nijmegen.

Zijn succes in Nederlands-Indië had het bedrijf  in eerste instantie te danken aan de verwevenheid met het bestuur aldaar, dat voor deze maatschappij propaganda maakte en zelfs de premies voor haar incasseerde. Aan deze monopoliesituatie kwam in 1883 een eind, toen ook andere verzekeraars in de kolonie werden toegelaten. In 1939 nam de Nillmij de N.V. Javasche Hypotheekbank over.



Personeel Batavia in 1897: centraal zit directeur Guffroy. Op de foto rechts van hem H.R. de Vries. Het aantal snorren is opmerkelijk.

De Indische loopbaan van Herman
Wanneer hij naar Nederland ging, staat nog niet vast. Wel is zeker dat hij op 14 december 1903 werd goedgekeurd voor de militaire dienst (in Alkmaar). Toen hij trouwde, woonde hij in Den Haag.

Op 27-7-1910 trouwde HBF met Theodora Everarda Agneta Bollaan, oud 22 jaar geboren in Den Helder.
Zij was de dochter van Jan Bollaan en Henrietta Gerardina van Erpers.

Het huwelijk werd gesloten in Teteringen (bij Breda), waar zij en haar ouders woonden. Volgens de huwelijksakte was hij, 26 jaar oud, ‘Oost-Indisch Ambtenaar’, woonachtig in ’s-Gravenhage.
Ze vertrokken in september 1910 naar Nederlands Indië. HBF werd daar als administratief ambtenaar “toegevoegd” aan de controleur in Tondano op Celebes. In september 1911 werd hij benoemd tot “adspirant-controleur op de Buitenbezittingen”; later dat jaar werd hij opnieuw toegevoegd aan de controleur van Tondano. Tondano is de hoofdstad van het district Minahasa en ligt op 650 meter hoogte. In de omgeving van deze stad ligt ook de vulkaan Tondano.

Op 9 juli van dat jaar was hij vader geworden van een dochter: Henriette Gerardina, vernoemd naar de moeder van de bruid.

Na de aanstelling in Tondano volgden aanstellingen in vele
plaatsen in Nederlands Indië. Hij werd aangesteld als controleur, toegevoegd aan hogere ambtenaren, of zelfstandig, belast met bestuurstaken. De exotische locaties rijgen zich aaneen: Tondano (1910), Menado (1911), de ‘residentie Wester-afdeeling van Borneo’.  Zijn optreden in deze plaats leverde hem een eervol rapport op:
Sumatra Post, 3-7-12

Zijn volgende aanstelling was dus waarschijnlijk wel een promotie: Riouw (1912), waar hij onder meer belast was met het bestuur over de onderafdeling Kwantan-districten.  Daarna volgden aanstellingen in Indragi (1912), Tapanoelie (1914), Siboga (1914), Nias (1914), Taroetoeng (1916) en bij het gouvernement van de Oostkust van Sumatra.
De eindeloze verplaatsingen vroegen wel hun tol. In april 1914 kreeg hij enkele maanden ziekteverlof, door te brengen in Weltevreden. Later in het jaar werd dat verlof herhaald.
Het ligt voor de hand dat vrouw en kind bij iedere nieuwe aanstelling meereisden naar de nieuwe werkplek. In 1917 (9/7/17) werd hij aangesteld bij het Binnenlands Bestuur, en daar ging het fout.
Er was in januari 1918 een conflict gerezen tussen het Bestuur en de rubberplanters in de afdeling Simoenloengoeng. De planters beweerden dat het bestuur de koelie te weinig en te licht strafte. De assistent-resident Tideman (’die als zeer ethisch bekend staat’) had zich  tegen die aantijging verdedigd in een circulaire waarin hij de planters stevig aanpakte. Die planters, merendeels Engelsen belegden een protestvergadering en formuleerden een motie van afkeuring over het bestuursbeleid.

Controleur H.B.F. De Vries, de directe ondergeschikte van Tideman, bemoeide zich ook met de zaak  en schreef een artikel over ‘de koelieordonnantie’ dat nogal wat opzien baarde.
Opmerkelijk was daarbij ook dat De Vries een aanstelling had gekregen (per 1 maart) als adjunct-secretaris van de vereniging die de belangen van de planters behartigde, de Avros, die dus door de assistent-resident terechtgewezen was.
Dat betekende dat hij zijn ontslag als bestuursambtenaar moest nemen, omdat die functie onverenigbaar geacht werd met de betrekking bij de Avros, waar hij zelf naar gesolliciteerd had.

Per 2 maart 1918 was dit ontslag een feit. Op 1 maart werd de inboedel van zijn huis al te koop aangeboden:

Het huwelijk hield geen stand. Hij scheidde van zijn vrouw Theodora, die terugging naar Holland. Alleen, zonder haar dochter en zonder echtgenoot, reisde ze vanuit Batavia naar New York  en vandaar op 1 december 1918 met de Noordam naar Rotterdam. Als adres wordt opgegeven: Rotterdam NASM.

Groep Chinese koelies op een tabaksplantage in Oost-Sumatra ca. 1885. Collectie Tropenmuseum, TMnr 60001834.jpg

De koelieordonnantie
Herman stond in de familie bekend als een man met linkse ideeën, maar zijn optreden in deze zaak geeft daar geen aanwijzing voor. Hij nam de verkeerde beslissing door als bestuursambtenaar te solliciteren naar een baan als adjunct-secretaris bij een vereniging die de belangen van ondernemers behartigde. Toen hij daar werd aangenomen, betekende dat het eind van zijn ambtelijke carrière. Zijn ontslag was eervol.

Die ondernemers vonden dat het bestuur de koelies niet hard genoeg aanpakte. De ondernemers hadden heel veel macht over de koelies en die werd in 1880 nog eens versterkt door de koelieordonnantie van het gouvernement van Nederlands-Indië. De ondernemer mocht nu optreden als politie en rechter voor de koelies. In de ordonnantie was namelijk opgenomen de zogenaamde poenale sanctie. Die hield in dat een ondernemer zijn koelies voor uiteenlopende zaken mocht straffen, zoals luiheid, belediging of het weglopen van de plantage. Door de poenale sanctie werd afranseling erg gewoon op de plantages in Nederlands-Indië. De opzichters waren van mening dat zonder deze afranselingen de ‘domme en onwillige’ koelies niet aan het werk te krijgen waren.

Dit alles leverde wantoestanden op, die aan de kaak werden gesteld in een vlammend pamflet, geschreven door mr. J. van den Brand, een Nederlandse advocaat in Medan, ‘De miljoenen uit Deli’. Daarin werd uitgelegd dat de torenhoge dividenden van de comfortabel in het moederland verblijvende aandeelhouders van de tabaksplantages werden betaald in mensenlevens. Nadat daarover rumoer was ontstaan in de Tweede Kamer zond de gouverneur-generaal op initiatief van minister van koloniën Idenburg een officier van justitie, mr. J.L.T. Rhemrev ter plaatse om te onderzoeken of de beschuldigingen van het pamflet op waarheid berustten. Het Rhemrev-rapport bevestigde de aanklachten van het pamflet op vele punten, maar zou geen verdere gevolgen hebben. Idenburg schreef op de omslag van het rapport de verzuchting ´Een treurige geschiedenis van lijden en onrecht´ maar legde het stuk in een lade. Ondanks herhaalde verzoeken weigerde hij het rapport openbaar te maken en volgens bronnen ontkende hij tegenover de Kamerleden het bestaan van de wantoestanden die uit het rapport naar voren kwamen.

De laatste Koelieordonnanties zijn in 1941 ingetrokken.
De inhoud van het stuk over de koelieordonnantie dat Herman schreef heb ik nog niet kunnen achterhalen, maar het baarde nogal wat opzien, ook door de link met de plantersorganisatie.  Ontstond de opschudding dat hij stelling nam tegen de koelieordonnantie, terwijl hij bij de plantersorganisatie solliciteerde. Of was het meer dat hij als ambtenaar stelling nam tegen een door de regering van Nederlands-Indië opgestelde regeling? Dat zou een beetje de familie-reputatie van ‘links’ en ‘opstandig’ verklaren. Op zoek naar de artikelen…

Herman naar de USA
Over het vervolg van het verblijf van Herman in Indië weten we eigenlijk nog niets, er zit dus nog een gat van zo’n vijf jaar tussen het ontslag als ambtenaar en het vertrek in december 1923 naar San Francisco, 39 jaar oud. Bij aankomst op 28 december verklaarde hij gescheiden te zijn en één dochter te hebben. Zijn beroep: ingenieur.
Hij was vanuit Hong Kong met een Japans schip naar de Verenigde Staten gereisd, de Siberia Maru. Hij reisde onder de naam Herman Barend Frits de Vries, maar liet dat in 1929 officieel veranderen in Herman Devries.
Hij woonde 1100 Gough Street San Francisco.

In Amerika was het lastig voor hem om een passende baan te vinden. De jaren dertig waren de crisisjaren. Hij vond een baan in Eugene bij de Universiteit van Oregon en/of de Eugene High School.

Toch was er geld voor een uitstapje naar Nederland. In augustus en september 1932 verbleven Anna en Herman twee maanden op de Achterweg ( A142) om daarna weer terug te gaan naar Amerika.
Blijkens krantenberichten uit die jaren in 1936 en 1937 werd hij per 1/1/1937 ingedeeld bij de ‘Adult Education teachting staff’, volwassenonderwijs dus, van de Eugene High School. Daar gaf hij cursussen Frans en Duits.
Bij voldoende belangstelling konden er ook cursussen Nederlands (‘Flemish’) en Maleis opgestart worden.  Kort daarna werd ook de mogelijkheid gemeld om zich aan te melden voor een cursus ‘modern history’.

Een vetpot zal het niet geweest zijn. In Nederland werd de carrière van Herman met enige zorg gevolgd. In november 1939 schrijft Klaassien: ‘Van Anna en Herman was het ook goed nieuws daar Herman weer aan den slag is en juist werk wat hem bijzonder ligt en er kans is dat het van langen duur zal zijn, nl aan de Universiteits bibliotheek.’
En op 13 maart 1940, in een brief aan Hetty: ‘In ’t laatst van December maakte ik me een beetje bezorgd toen er plan was, dat je Vader tegen Maart misschien een vaste betrekking zou krijgen, en toen schreef Vader later, dat hij drie maanden vakantie had gekregen zonder salaris.’

Volgens een Census-register uit 1940 woonden Herman en Anna in 1940 in Eugene, Oregon.  Hij is dan 55 jaar oud, beroep researcher; Anna 54 jaar oud, music teaching.

In Eugene gaf hij onder meer lezingen:
-Colony expert speaks at 8 pm on Dutch colony  (01/21/1942)
-Indies Ex-Governor tells native views (01/23/1942)

Herman overleed op 21 februari 1959 in het Moffit-hospital in San Francisco, 74 jaar oud. Op de overlijdensakte staat als beroep vermeld: University Professor Oregon.
California San Francisco Area Funeral Home Records 1895-1985

Episcopal Old Ladies Home, Lombard Street, San Francisco

Anna overleed op 12 november 1973, 88 jaar oud, in het Epicopal Old Ladies Home. Op de overlijdensakte staat vermeld: ‘Anna Dyke Devries’. Een verbastering van de naam Dehé? Doodsoorzaak: ‘General Arterioslerosis’, verharding van de wanden van de aders.
Net als Herman werd zij na haar dood gecremeerd.

SF Chronicle.
14/11/1973

Hetty, dochter van Herman (en Anna)

Opnamedatum: 2011-06-29

Hettty, de dochter uit het eerste huwelijk van Herman, werd geboren op 9 juli 1911 in Tondano op Noord-Celebes in Nederlands Indië.  Ze kwam in december 1923 niet samen met haar vader in de USA aan. Ze reisde in mei 1930, 18 jaar oud, met de Loch Monar uit Rotterdam naar San Francisco. Haar laatste adres in Nederland was in Baarn.  Onder haar naam staat: other: HBF de Vries (=Herman Barend Frits, haar vader).
In een ander document staat: accompanied by HBF; Friend’s name: HBF de Vries.

In 1935 is ze door het District Court of San Francisco genaturaliseerd. In de archieven treffen we een tweede document aan met als aankomstdatum 23 mei 1936, waaruit blijkt dat Henriette van Rotterdam naar New York reisde met de Statendam. Het adres in de USA is dat van haar ouders.

Anna en Hetty

Hetty/ Henriette trouwde op 15 juni 1945 in California met Arie Dijkhuizen, geboren 13 oktober 1907 in ’s-Gravenhage. Ze kregen twee kinderen: Arie H. (4/12/1946) en Geraldine (30/1/1949).
Voor hij vanuit Vancouver naar de USA kwam, woonde hij in ’s-Gravenhage. Bij de aanvraag tot naturalisatie gaf hij als beroep op: timmerman.
Datum van overlijden: 14/12/2008, hij werd dus 101 jaar oud!

Een van de weinige foto’s die ik van Herman (en Hetty) kon bemachtigen, een ‘video-still

Hetty woonde vermoedelijk alle jaren in San Francisco. Ze overleed 22 juli 2002.